|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Van welke priemgetallen...
Beste allemaal,
Ik zoek hulp bij de volgende opgave:
Een kenteken heeft de vorm van (cijfer-cijfer-letter-letter-letter-cijfer)
Iemand ziet een auto bij een misdrijf en herinnert zich dat het kenteken de letters F en T bevat en dat het eindigt op een 7.
Vraagstelling: Hoeveel verschillende auto's kunnen dit kenteken hebben.
Ik weet dat het kenteken er dan als volgt uit ziet
cijfer-cijfer-letter-F-T (willekeurige volgorde)-7
Dus voor de eerste 2 cijfers zijn er 10 x 10 = 100 mogelijkheden en een letter is x 26 dus 10 x 10 x 26 = 2600.
Maar dit antwoord klopt niet
Ik hoor graag
Antwoord
Je zult rekening moeten houden met de volgorde der letters. Natuurlijk is in het drietal FTH voldaan aan het aanwezig zijn van de F en de T, maar bij een nummerbord maakt het natuurlijk wel uit of er FTH of TFH staat. In principe kun je dus hebben ( FT* of TF*) en ( F*T of T*F) en (*TF of *FT). Op de plaats van het sterretje kun je een willekeurige letter plaatsen, tenzij de getuige gezegd heeft dat hij maar één T en één F heeft gezien. En misschien moet je nog rekening houden met het feit dat bij nummerborden niet elke letter gebruikt wordt.
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|